NDCE staat voor goede omgangsvormen. Respect voor elkaar, gelijkwaardigheid, integriteit, eerlijkheid en veiligheid vormen hierbij centrale begrippen. Dit vormt de basis voor deze omgangsregels, zoals we die binnen NDCE hanteren.
Onder ongewenst gedrag wordt verstaan: geweld, agressie, bedreiging, discriminatie, pesten, seksueel grensoverschrijdend gedrag en machtsmisbruik. Al deze vormen van ongewenst gedrag kunnen een fysieke, psychische of verbale uitingsvorm hebben. Ook ongewenste aandacht, discriminerende, seksistische of andere beledigende of krenkende opmerkingen of grappen – mondeling of schriftelijk – worden als ongewenst gedrag beschouwd.
Ongewenst gedrag wordt binnen NDCE niet getolereerd. Hierbij gelden dezelfde normen en waarden die binnen de Nederlandse samenleving als ‘normaal’ worden beschouwd. Alle betrokkenen worden geacht elkaar met respect voor eigenwaarde te benaderen en te behandelen.
NDCE accepteert geen ongewenst gedrag van deelnemers of collega-vrijwilligers en neemt zelf geen initiatief tot ongewenst gedrag naar anderen. Iedere NDCE-vrijwilliger heeft het recht om deelnemers die zich schuldig maken aan ongewenst gedrag in overleg met en op voorspraak van de leerkracht onmiddellijk uit te sluiten van verdere deelname aan de betreffende NDCE-activiteit.
Het bestuur is gerechtigd om een NDCE-vrijwilliger wegens ongewenst gedrag te royeren als vrijwilliger.
In geval van ongewenst gedrag, kan de NDCE-vrijwilliger of de deelnemer van een NDCE-activiteit – als slachtoffer (c.q. ouder/verzorger) of getuige –daarvan melding maken bij de vertrouwenspersoon(onen) van NDCE.
In ernstige gevallen wordt in overleg met de leerkracht, de ouder(s) en het slachtoffer melding/aangifte gedaan bij de politie.
In overleg met het slachtoffer neemt het bestuur gepaste maatregelen. Dit kan in de vorm van een gesprek, waarschuwing, berisping, royement of ontzegging van toegang.
Het slachtoffer en de melder worden geïnformeerd over de wijze waarop de melding of klacht is afgehandeld door het bestuur.
Het bestuur draagt er zorg voor dat NDCE-vrijwilligers de inhoud van deze omgangsregels kennen.
Zo vaak als nodig, maar ten minste één keer in de drie jaar worden deze regels geëvalueerd door het bestuur en zo nodig bijgesteld.